De grutto, onze nationale vogel
· leestijd 1 minuut ColumnDeze wekelijkse natuurcolumn wordt verzorgd door natuurfotograaf Philip Friskorn uit Oldemarkt. Deze column gaat over de grutto.
Begin maart, het is weer zover: de grutto’s keren terug uit Afrika. In één ruk vliegen ze vanuit Senegal en andere delen van Afrika via Portugal, Spanje, Frankrijk en deels Italië naar Nederland. Bij ons broed 90% van de wereldpopulatie en dat is voor Nederland een heel grote verantwoording om de grutto te beschermen. Die bescherming is hard nodig, de grutto staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten! In 2015 is daarom deze prachtige steltloper door het Nederlandse publiek tot onze nationale vogel verkozen. De natuurwaarden van het agrarisch gebied staan onder druk, intensieve veehouderij, biljartlakens met Engels raaigras, mestinjectie met als gevolg een stervend bodemleven en lage waterstanden zijn maar een paar voorbeelden. De grutto houdt van kruidenrijke graslanden met hoge begroeiing waar ze in rust hun goed verstopte nest met drie of vier eieren in ruim drie weken kunnen uitbroeden. De jonge grutto’s zijn nestvlieders en verlaten het nest zodra ze uit het ei komen. Ze moeten dan zelf hun voedsel zoeken. Dat voedsel bestaat uit kleine insecten. De oude vogels waken over de in het veld lopende kuikens vanaf paaltjes. De jonge grutto’s hebben bijna vier weken nodig hebben om vliegvlug te worden. Die periode is levensgevaarlijk voor de jonge grutto, natuurlijke predatie door roofvogels of vossen is er al eeuwen. Anno nu is veel te vroeg maaien vaak het doodvonnis voor de jonge grutto’s. Weidevogels en boeren horen bij elkaar, maar helaas dreigen we de grutto in Nederland kwijt te raken als er niet drastisch wordt ingegrepen in de manier van boeren. De intensieve melkveehouderij is een hoofdoorzaak. Verdere bedreigingen zijn het groter worden van de Sahara, de schandalige jacht in Zuid-Europese landen op niet alleen de grutto, maar ook op andere beschermde soorten. Er zijn gelukkig ook positieve geluiden, het aantal boeren die een deel van hun land plas-dras maken met kruiden, droge mest en heel laat maaien neemt toe.
