Veenschuur bij Bezoekerscentrum De Wieden
Veenschuur bij Bezoekerscentrum De Wieden Foto: Aangeleverd

Column van Harry Stegeman: Bij het bezoekerscentrum De Wieden

· leestijd 1 minuut Column

Harry Stegeman woont al bijna een halve eeuw in het midden van het land. Van hem verscheen bij KNNV Uitgeverij ‘In de Kop van Overijssel - lopen, fietsen en stilstaan’. Voor zijn columns put hij vooral daaruit.  

De Kloosterweg duikt onder de provinciale weg naar Vollenhove door. Ik ben in de buurtschap Leeuwte, ook wel de Leeuwte. Het Beulakerpad gaat langs de parkeerplaats van bezoekerscentrum De Wieden, van Natuurmonumenten. Ik zie weinig lege plekken. Veel auto’s hebben een fietsenrek achterop.

Het straatje eindigt tussen een groepje karakteristieke veenhuisjes, met rieten daken die al dicht bij de grond beginnen. Vroeger liep het door tot aan het veendorpje Beulake. Het wijkje hier trotseerde de stormvloed van 1776 wél, het lag iets hoger, in de luwte van het hoge Land van Vollenhove. Aan het begin van de vorige eeuw stonden hier zestien huizen. Dicht opeen, zes aan de noordkant van het Beulakerpad, zes aan de zuidkant, de laatste vier aan een zijweg, de Dwarsakker. Er zijn er nog elf over. Natuurmonumenten kocht hier in 1960 haar eerste veenhuisje. In de jaren daarop volgden er meer en ook schuren en grond. Het bezoekerscentrum is nieuw gebouwd. Een van de originele veenhuisjes is omgebouwd tot theeschenkerij, een ander tot vergadercentrum.

Vlonderpad en laarzenpad

Achter het bezoekerscentrum zijn twee korte wandelroutes, het vlonderpad en het laarzenpad. Ze lopen door de landschapstypen die zo kenmerkend zijn voor het Wiedengebied. Langs het vlonderpad zie je de verschillende stadia van verlanding. Open water verandert hier in een vloek en een zucht via drijftillen of kraggen, jong rietland en trilveen, veenmosrietland of vochtig hooiland, moerasheide en ruigte en wilgenstruweel in moerasbos. In het echt moet je daar honderd jaar op wachten.