Bootjes in Giethoorn
Bootjes in Giethoorn Michel van der Vegt

Column van Harry Stegeman: Vreemdelingen in Giethoorn

Column

Van Harry Stegeman verscheen bij KNNV Uitgeverij ‘In de Kop van Overijssel - lopen, fietsen en stilstaan’. Voor zijn columns put hij uit dat boek. Dit keer vertelt hij over het vreemdelingenverkeer in Giethoorn.

Ik sloeg Giethoorn over, op mijn tocht. Het was er te dol. Vreemdelingenbezoek – zo noemde je dat vroeger – was honderd jaar terug nog best een belevenis voor de Gietersen. Als zij elkaar in hun punters voorbijvoeren, klonk het als een nieuwtje over het water: “Er zijn weer dames en heren in het dorp!”

Was het kunstschilder Willem Bastiaan Tholen die Giethoorn op de kaart zette? Hij verzeilde er in de zomer van 1880 en was helemaal ondersteboven. Zijn in Amsterdam en Den Haag geëxposeerde dorpsgezichten brachten de kijkers op een idee. In dezelfde periode werd de Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond opgericht. In De Kampioen verscheen een enthousiast stukje over Giethoorn en even later had het dorp het Bondshotel ‘Hollands Venetië. De rondvaart per punter werd een nationaal uitje. En na Bert Haanstra’s Fanfare ging het hek helemaal van de dam. 

Noedelkokers

De wereld heeft Giethoorn ontdekt. Spaans, Japans, Portugees, Russisch, Ivriet, Chinees - je hoort het allemaal op het Binnenpad. Er liggen pakjes instantnoedels op de hotelkamers en er staan speciale noedelkokers - want die dingen horen niet in de waterkoker. De obers spreken al een aardig mondje Mandarijn. En de Chinese toeristen weten inmiddels dat de buitenbrievenbussen er niet voor de poepluiers zijn en dat je niet zomaar in een privétuin op een bankje kunt gaan zitten. Ze vragen ook niet meer hoe laat het dorp sluit. Ik was vorige week nog even in Giethoorn en had het er heel erg naar mijn zin.