Leeuwte
Leeuwte Foto: Aangeleverd

Column van Harry Stegeman: De Leeuwte

Column

Harry Stegeman woont al bijna een halve eeuw in het midden van het land. Van hem verscheen bij KNNV Uitgeverij ‘In de Kop van Overijssel - lopen, fietsen en stilstaan’. Voor zijn columns put hij vooral daaruit. Dit keer vertelt hij over de Leeuwte. Die straat bezocht hij nog voordat het beeld ‘De Schaatser’ daar onthuld werd. 

Ik loop weer op de Leeuwte, zo heet ook de straat hier. De buurtschap ligt op de overgang van de hoge Leeuwterkampen naar het lage Leeuwterveld. Er staan een paar grote, maar vooral veel kleine boerderijen in een lint langs de weg. Van enkele is het hoge bedrijfsgedeelte haaks op de weg gericht. Boven de grote baanderdeuren in de zijgevel is de met riet gedekte kap opgelicht. 

Het kleinschalige landschap hier contrasteert met de omringende polders en de veengebieden van de Wieden. Het land golft, aarden wallen scheiden de weilanden en de akkers, de boerderijtjes lijken willekeurig neergestrooid, hier ligt een eikenhakhoutbosje, daar is een drinkpoel voor het vee. 

Houtwallen

De rechte houtwallen zijn misschien wel meer dan zeshonderd jaar oud. Ze zijn rijk begroeid met stekelige struiken, meidoorn en sleedoorn, die in het voorjaar een zee van witte bloemen geven. Boerenkinderen haalden in het slachtseizoen de doornen van de sleedoorn. Je kon er de met worst gevulde darmen mee dichten.

Ik kijk naar links en naar rechts, van hoog naar laag: de houtwallen boven veranderen in het lage land in sloten. Het moet daar beneden een feest zijn voor de weidevogels. De wulp, de kievit, de graspiepers en de tureluur, wat zullen ze het naar hun zin hebben. Naarmate ik verder op de slingerende Leeuwte kom, zie ik de creativiteit van de aanwonenden toenemen. Melkbussen beleven een tweede leven als postbus, een enkele is omgebouwd tot varken. In een van de voortuinen staat een zwartbonte koe, van kunststof.