Het einde van de vangpijp
Het einde van de vangpijp Foto: Philip Friskorn

De eendenkooi

Deze wekelijkse natuurcolumn wordt verzorgd door Philip Friskorn uit Oldemarkt. Naast het maken van natuurfoto’s, kan hij daar ook mooi over vertellen. Deze column gaat over de eendenkooi.

Om watervogels, met name eendensoorten, te kunnen vangen werd in de late middeleeuwen de eendenkooi ontwikkeld. Dat vangen van eenden diende uitsluitend voor menselijke consumptie. Een eendenkooi bestaat uit een grote vijver waarop een aantal sloten uitkomen. Die sloten zijn overkapt en aan de zijkanten voorzien van een aantal rietschermen. Met tamme gekortwiekte lokeenden worden wilde eendensoorten gelokt op de grote vijver en richting de sloot geleid. 

De pijp uitgaan

De kooiker en andere medewerkers staan met het kooikerhondje achter een rietscherm en zodra de wilde eenden gepasseerd zijn laat hij zich zien en worden ze door het hondje verder de vangpijp ingejaagd. De uitdrukking 'achter de schermen werken' is dan ook afkomstig uit de kooikerswereld. De eenden durven dan niet terug en de kooiker gaat naar het eind van de vangpijp, tilt het luikje op en pakt een voor een de eenden er uit om ze vervolgens de nek om te draaien. Wederom een uitdrukking uit de kooikerswereld: 'de pijp uitgaan'.
Er heerst rust in de eendenkooi om de dieren niet te verstoren. Dat vangen voor consumptie is reeds lang verleden tijd, anno nu worden de eendenkooien in stand gehouden als cultuurhistorische waarden. Het zijn natuurgebiedjes waar absolute rust heerst, waar bezoekers uitsluitend komen tijdens excursies. De bekendste eendenkooien in de Kop zijn de Grote Otterskooi in de Wieden en de Kloosterkooi en de Kooi van Pen in de Weerribben.