Eric de Jong heeft namens Stichting Kinderen in Nood al 55 transporten geregeld voor vluchtelingen uit Oekraïne

VOLLENHOVE - Het is alweer een jaar geleden dat Rusland zijn buurland Oekraïne binnenviel. Eric de Jong (61) en vele andere vrijwilligers van de stichting Kinderen in Nood hebben door het regelen van 55 transporten het leed voor de vluchtelingen wat kunnen verzachten. “Ook al is het maar een druppel op de gloeiende plaat, de wereld wordt toch een beetje beter.”

Naast zijn drukke baan als organisatie- en bedrijfsadviseur werkt De Jong gemiddeld twee uur per dag als voorzitter van de Stichting Kinderen in Nood. Normaal organiseert deze stichting 12 transporten per jaar met hulpgoederen naar Roemenië, Hongarije en Oekraïne, vorig jaar waren dat er maar liefst 50 vanwege de oorlog in Oekraïne. En nu, begin maart, staat de teller alweer op 5 transporten. Een jaar geleden op 24 februari gaat ‘s ochtends om 6.00 uur de telefoon bij De Jong. “Rusland is Oekraïne binnen gevallen,” zegt Fodor Gusztáv. Deze zaakwaarnemer van de Stichting Kinderen in Nood in Hongarije vraagt de voorzitter om hulp. Meteen pleegt De Jong een paar telefoontjes en zes uur later staat er al een transportbusje uit het Hongaarse depot van de stichting aan de grens met Oekraïne. De medewerkers starten meteen met het uitdelen van verzorgingsproducten aan de vluchtelingen. Ook tijdens de volgende transporten gaan deze producten mee, net als voedsel, kleding, beddegoed en medicijnen.

Duizenden knikkerzakken 

De Jong vindt het mooi dat ook in deze regio mensen en organisaties in actie kwamen voor de stichting. “In Scheerwolde hebben mijn kleinzoon Stan en andere leerlingen van basisschool De Lepelaar met de verkoop van sleutelhangers € 275 opgehaald,” geeft hij als voorbeeld. Verder verkochten mensen in Zwartsluis knieperties, leveren bedrijven in Genemuiden vloerbedekking en gordijnen en organiseren zijn dochter Manon en haar vriendin Chantal een toilettasjesactie. “Zij naaiden enkele duizenden knikkerzakken, die ze vulden met toiletartikelen voor Oekraïnse vluchtelingen.” Ook bieden meerdere vrachtwagenchauffeurs uit de regio aan om naar de vluchtelingenkampen met Oekraïners te rijden in Hongarije en Roemenië.

Bussum

De Jong vertelt nog dat Stichting Kinderen in Nood in 1990 in zijn vorige woonplaats Bussum door een groep ondernemers is opgericht. “Ik zag een oproep in de krant en dacht meteen: ‘Hier wil ik bij zijn.’ De stichting begint met een drie transporten naar kindertehuizen in Roemenië. Twee jaar later breidt de stichting haar transporten uit naar Hongarije en zeven jaar geleden ook naar Oekraïne. In een sorteercentrum in Bussum stellen 80 vrijwilligers hulppakketten voor deze landen samen. Als De Jong naar Vollenhove verhuist, zet hij zijn werk voor de stichting hier voort. Hij is blij met elke euro die aan de stichting wordt gedoneerd. “Een transport kost € 4.500, maar een vrachtauto kan voor één euro al één kilometer rijden,” rekent hij voor. De stichting verstrekt alleen basale levensbenodigdheden aan kinderen en volwassenen. “Dat kan iedereen zijn, we kijken niet naar achtergrond of religie,” verzekert hij.
Zie www.kindereninnood.nl