Het stille slavernijverleden van Overijssel

Vaak denken we dat alleen steden als Amsterdam, Rotterdam en provincies als Holland en Zeeland betrokken waren bij kolonisatie en slavernij in de Nederlandse geschiedenis. De waarheid is echter anders. In 25 historische verhalen en 5 interviews met nazaten van tot slaaf gemaakte mensen schetst Overijssel & Slavernij een beeld van de Overijsselse banden met slavernij in de Oost en de West, van de zeventiende tot en met de negentiende eeuw en enkele uitlopers. De uitgever is WBOOKS.

De directe en minder directe rol van Overijssel
Overijssel & slavernij is opgebouwd uit vijf overkoepelende thema’s, met telkens vijf verhalen, over de relatie van Overijssel met de VOC en WIC, plantagehouders uit de provincie en mensen van kleur die vanuit de koloniën werden meegenomen naar Overijssel. Ook gaat het over bedrijven, handelaren en industrieën die te maken hadden met de koloniale praktijk, die onlosmakelijk met slavernij verbonden was, en over Overijsselaars die zich uitspraken tegen de slavenhandel en het systeem van slavernij. De verhalen tonen aan dat ook Overijssel en Overijsselaars direct en minder direct een rol speelden in de geschiedenis van kolonialisme en slavernij.

Slavernij: dichterbij dan u denkt
Maria Reinders-Karg is een van de vijf nazaten in het boek. In haar jeugd was Maria nauwelijks bezig met slavernij. Ze werd geboren en groeide op in Paramaribo. Voor haar studie verhuisde ze naar Amsterdam om daar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam sociale wetenschappen te gaan studeren.

Na het overleiden van haar vader kwam ze tijdens het opruimen van zijn huis een doos tegen vol met kaarten, brieven en boeken over slavernij. Dit was voor haar het begin aan de zoektocht naar haar familiegeschiedenis. Later, toen ze bij het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis werkte, leerde ze over het slavernijverleden van haar familie. Haar grootvader bleek in slavernij te zijn geboren, als zoon van een plantagehouder met een slaafgemaakte vrouw. In één klap voelde ze zich onderdeel worden van deze geschiedenis. Haar stille familieverleden kwam aan het licht en zo blijkt het slavernijverleden soms dichterbij dan we denken.

Over de auteurs
Martin van der Linde is publiekshistoricus bij de Stichting Overijsselacademie en (mede)auteur van de boeken Vooruitboeren. Overijssel 1950-2000 en De oorlog gaat nooit voorbij. Overijssel 40-45. Momenteel is hij projectleider van het onderzoek naar sporen van het slavernijverleden in Overijssel.

Esther van Velden is publiekshistoricus bij de Stichting Overijsselacademie. Ze werkte in diverse functies bij het Noord-Hollands Archief en het Utrechts Archief. Ze organiseerde talloze educatieprojecten en publieksactiviteiten en werkt nu aan een (voor)onderzoek over het slavernijverleden van Deventer.

Marco Krijnsen is publiekshistoricus bij Stichting Overijsselacademie en freelance schrijver-journalist. Na redacteur/verslaggever bij de Twentsche Courant Tubantia te zijn geweest, specialiseerde hij zich in de Twentse (industrie)geschiedenis. Hij is momenteel bezig met een onderzoek naar de Twentse textielindustrie.

Het boek verschijnt 28 juni tijdens het symposium Overijssel & Slavernij in theater De Spiegel in Zwolle.