Huizen in Bredene-Sas
Huizen in Bredene-Sas Foto: Onbekend

Een duik in het Gieters verleden: Gietersen in Zeeland

· leestijd 2 minuten Column

GIETHOORN - In deze maandelijkse rubriek duikt Gerke van Hiele, predikant van de Doopsgezinde Gemeente, in het Gieters verleden. In deel veertien keert hij terug naar 1953, naar de inspanningen van de Gietersen bij de watersnoodramp.

De watersnood van 1953 is afgelopen maanden op veel plaatsen herdacht. Het was zeventig jaar geleden die zwarte nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari, twee dagen na volle maan. Het KNMI spreekt in haar voorspellingen van een noord-noordwesterstorm met een windkracht 11 tot 12 en gevaarlijk hoog water. Toch denken veel mensen dat het wel mee zal vallen. De harde noord-noordwesterstorm stuwt het water van de Noordzee op. Het komt over de dijken en deze beginnen te breken in Zeeland, maar ook in Noord-Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden. 

Spoor van verwoesting

Het opgezweepte water trekt een spoor van verwoesting. Als het zondag 1 februari 1953 ’s morgens licht is, wordt de volle omvang van de ramp zichtbaar. Hier en daar zijn nog daken, een boomkruin of een afgebrokkelde dijk te zien. Verder is er alleen maar water. Aanvankelijk daalt het water, het wordt weer eb. Mensen vluchten dan naar een hoger gelegen plek. Individuele reddingsacties komen op gang. Particulieren gaan met bootjes langs de huizen om mensen op te pikken en op veiliger plaatsen af te zetten.

‘Hier kunnen we iets doen’. Dat was algemeen de reactie in de Noordwesthoek. Met de honderden platboomde vaartuigen in deze streek kon daadwerkelijk hulp geboden worden. Ook de doopsgezinde predikant ds. F. Sixma (hier tussen 1948-1958) liet zich niet onbetuigd. Hij stimuleerde de mobilisatie van de hulptroepen. Hij stond ook stil bij de oproep van Jezus aan zijn leerlingen om vissers van mensen te worden. Concreter wordt het niet! Jonge kerels gaven meteen gehoor. Met hun platte scheepjes konden deze ‘punterjongens’ op plaatsen komen die voor anderen onbereikbaar waren. Maar ook de meisjes van de Landbouwhuishoudschool hebben de handen uit de mouwen gestoken. Er waren honderden huizen waarvan de muren en vloeren met slik waren bedekt. Er kwam een legioen flinke vrouwen van Nederland met emmers en dweilen aan te pas. De Gietersen hebben zich ingezet om de huizen van Bruinisse van de modder te helpen bevrijden. Er werd hard gewerkt, burgemeester Voetelink was lovend over hun inzet. 

Medemens

De Steenwijker Courant is onder de indruk van de weerklank die de oproep vindt om de nood van duizenden mensen te lenigen: “Wat zij deden was toegeven aan gevoelens die opkomen in de beste ogenblikken van ons leven. Het woord ‘medemens’ had nu eens niet een holle klank.” Vele van deze mannen zouden trouwens niet graag teruggaan naar het rampgebied dat zij met eigen ogen hadden aanschouwd. Zij hadden het aan den lijve ervaren, waren ooggetuigen geworden en nog nooit zoveel ellende en troosteloosheid gezien. Toch waren zij ook dankbaar voor het werk dat zij mochten doen.  

Het kan ook haast niet anders dan dat deze ramp in de Noordwesthoek een diepe snaar raakte. De strijd tegen het water en de grote overstroming van 1825 maakte nog deel uit van het collectieve geheugen. Uiteindelijk zou Giethoorn 150 punters ter beschikking stellen met 70 man voor de bediening plus enkele buitenboordmotoren. Als dank voor alle bewezen diensten kwam koningin Juliana de zomer van 1953 naar Giethoorn om hen te bedanken. Tevens werd er een marinevaartuig vernoemd naar het dorp. De Hr. Ms Giethoorn. 

Duif meegenomen

In de nacht van 2 februari ging men op weg naar het eiland Putten. De punters waren op vrachtwagens geladen. Vanaf Rotterdam werden zij verder verscheept. Tegen de morgen werd Spijkenisse bereikt. Vijf boten gingen naar elders in de omgeving. Burgemeester H. van der Goot was meegereisd en coördineerde de Overijsselaren naar de ‘Willem I’, een omgebouwd Engels landingsvoertuig richting Zierikzee. De samenwerking tussen de Overijsselse punteraars was voorbeeldig. Geen wanklank werd gehoord, men was ‘samen één’. Bij thuiskomst werden de redders ontvangen in Het Wapen van Giethoorn. Met ruige baarden en in de plunje die ze de afgelopen twaalf dagen hebben gedragen horen de mannen het dankwoord van de burgemeester aan. Een mooi detail was dat de mannen een duif hadden meegenomen. De vogel had in een kooitje gebungeld 30 cm boven het water en had nu eindelijk een droog plekje gevonden. Net als in de dagen van Noach was het tijd voor een nieuw begin. 

Inspiratie: ‘Herinneringen aan bange dagen. Mannen uit de Noordwesthoek in het Rampgebied’, Meppeler Courant 18 februari 1953

Femke Welvaadt-Middelplaats -
Femke Welvaadt-Middelplaats: 'Inwoners niet als klant zien, maar als inwoners' Column 18 mei, 14:00
Afbeelding
Onderzoek: Dit betaal je in 2024 voor een huwelijksceremonie in Drenthe en Overijssel Algemeen 18 mei, 12:00
Afbeelding
Uitnodiging 'Brandweerheld' voor Jonge mantelzorgers op 1 juni! Steenwijkerland 18 mei, 10:00
Breek door je Bubbel
VSBfonds ondersteunt verbindende ideeën met impuls 'Breek door je Bubbel' Algemeen 18 mei, 08:00
Afbeelding
55ste editie Wielerspektakel Steenwijk Sport 17 mei, 20:35
Afbeelding
Kinderen spelen de hoofdrol bij de Bibliotheek Kop van Overijssel Steenwijkerland 17 mei, 20:21