De zomerse fanfare van 1958
De zomerse fanfare van 1958 Foto: Cover

Een duik in het Gieterse verleden: de film Fanfare

· leestijd 2 minuten Steenwijkerland

GIETHOORN - In deze maandelijkse rubriek duikt Gerke van Hiele, predikant van de Doopsgezinde Gemeente, in het Gieters verleden. In deel tien gaat hij terug naar de zomer van 1958 toen de filmklassieker Fanfare werd opgenomen. Voor de toeristische ontwikkeling van het dorp is deze succesfim van groot belang geweest. Een paar weken terug waren er nog beelden in programma van Jeroen Pauw over het toerisme. Volgens een van de jongste acteurs van toen, Jan Mol, had Giethoorn zonder Fanfare niet de allure gehad die het nu heeft.

Voor wie nog enige toelichting nodig heeft. Fanfare is een Nederlandse komische speelfilm uit 1958, geregisseerd door Bert Haanstra. De film werd opgenomen in het dorp Giethoorn en behoort tot de mijlpalen uit de Nederlandse filmgeschiedenis. Met ruim 2,6 miljoen bioscoopbezoekers is de film op Turks Fruit na, de succesvolste Nederlandse film aller tijden. Het scenario werd geschreven door Bert Haanstra en Jan Blokker. Ze werden geadviseerd door de fameuze maker van Britse filmkomedies Alexander Mackendrick. De muziek werd uitgevoerd door het Concertgebouworkest. De productie was in handen van Rudolf Meyer. De filmmuziek is uitgegeven onder de naam Fanfare in Es.

Debuut Bert Haanstra

De film was het speelfilmdebuut van Bert Haanstra, en wordt gezien als uniek in de Nederlandse cinema. Hoe kwam Haanstra eigenlijk in Giethoorn terecht? Hij was bevriend met kunstschilder Piet Zwiers en deze nodigde Haanstra bij hem thuis uit. Haanstra zag onmiddellijk de meerwaarde van Giethoorn voor zijn film. Een waterrijk dorp, pittoreske punters, betrokken bewoners én een eigen fanfarecorps. De rest is geschiedenis. Aan het Binnenpad is Grandcafé Fanfare gevestigd met nog veel wat aan de vermaarde film herinnert. Giethoorn raakte in de mode bij Nederlandse artiesten. Onder meer Rijk de Gooyer en Peter van Straaten kochten er in de jaren zeventig een huis.

De film speelt zich af in het fictieve dorpje Lagerwiede, dat een goede fanfare telt, ‘Kunst en Vriendschap’ geheten. Deze fanfare wil deelnemen aan een concours en heeft een grote kans in de prijzen te vallen. Tijdens de voorbereiding op dat concours breekt echter ruzie uit tussen twee muzikanten. Als gevolg daarvan wordt de vereniging verdeeld in twee kampen die beide op eigen titel willen deelnemen aan het concours. Aan het eind van de film komen na veel verwikkelingen de twee rivaliserende muziekkorpsen gelijktijdig terecht op het podium van het muziekconcours en beginnen eveneens gelijktijdig hun eigen stuk te spelen. Dan blijken beide stukken perfect in elkaar te passen, waarmee het concours gewonnen wordt.

Albert Mol speelt een glansrol

Nog steeds is de film Fanfare leuk om te bekijken. Een ieder zal zijn favoriete scenes en herinneringen hebben. Bert Haanstra en zijn crew verstonden hun vak. De natuuropnamen zijn prachtig, de mensen herkenbaar en de rivaliteit eveneens. De sfeer van het dorp in de late jaren vijftig mooi getroffen met burgemeester, veldwachter en horeca ondernemers Geursen en Krijns. Mijn overbuurman, Albert Mol speelt een glansrol als dirigent Schalm waarvoor alleen hij zijn standbeeld in het dorp heeft verdiend. Wie ik zelf er na zoveel jaren nog uit zou willen halen is de componist Altena. Hij heeft een zomerhuisje in Lagerwiede. Geheel los van elkaar gaan Krijns en Geursen bij hem langs om hem te vragen een nieuw muziekstuk te schrijven. Altena komt op het lumineuze idee om een dubbelmars te componeren. Op het eerste gehoor zijn dit twee geheel verschillende stukken. Hij laat de kijkers zo zien en horen dat er naast ruzie en verdeeldheid ook nog zoiets bestaat als samenklank tussen twee partijen die tegenover elkaar zijn komen te staan. Deze originele insteek heeft gemaakt dat de film nog lang gebruikt is in trainingen over omgaan met fusies en ruzies. Zelfs de volle winst kan in het verschiet liggen als je iets positiefs weet te bereiken met alle verschillen die er ook steeds weer zullen zijn. Zo’n muzikaal ‘Samen Eén’ geeft nog steeds te denken.

Cafébaas Geursen met zijn markante uitstraling en bulderende lach is inmiddels aan nieuw leven begonnen. Hij is de verhalenverteller in de pas ontwikkelde Audiotour Giethoorn. Dit maakt onderdeel uit van een regionaal initiatief in de Kop van Overijssel om op een toegankelijke manier de verhalen van deze streek te ontsluiten voor de vele bezoekers. Je kunt bij Grandcafé Fanfare een luisterapparaat meekrijgen en ook een plattegrond zodat je op de juiste plek het verhaal kan horen.

De bankjes die regisseur Haanstra en producent Rudolf Meyer elkaar gaven staan inmiddels met naamplaatje alweer jaren naast de kerk. Met uitzicht op het Fanfaremonument van de Larense beeldhouwer Pepe Gregoire. 

Inspiratie: Ronald van de Vate, ‘De zomerse fanfare van 1958’, Meppel, 2018.

Afbeelding