Column van Philip Friskorn: De Grutto, onze nationale vogel
· leestijd 1 minuut ColumnDeze tweewekelijkse natuurcolumn wordt verzorgd door Philip Friskorn.
De sierlijke grutto is onze nationale vogel. Dat is geweldig, want de grutto is de meest oer-Nederlandse weidevogel. Van de Europese populatie broedt meer dan 90% in Nederland. Dat lijkt heel positief, maar niets is minder waar: het gaat juist heel slecht met de grutto. De aantallen zijn gigantisch teruggelopen in de afgelopen decennia. In 50 jaar is er nog maar een derde over van de oorspronkelijke broedvogelpopulatie. Er zijn vele oorzaken aan te wijzen, waaronder predatie door loslopende huisdieren, jacht in zuidelijke landen en nog veel meer. De hoofdoorzaak is helaas ons agrarisch landgebruik. Kruidenrijke weiden zijn ingewisseld voor monotoon eiwitrijk Engels raaigras, goed voor de koe, maar niet voor de grutto. Het bodemleven voor de volwassen vogels bevat door mestinjectie niet meer de wormen die ze lusten. Grutto’s hebben hoog opgaande kruidenrijke wiedelanden nodig, daar maken ze hun goed verborgen nest.
Nestvlieders
De net uit het ei gekomen jongen zijn nestvlieders, dat wil zeggen ze verlaten onmiddellijk hun nest op zoek naar insecten en die insecten zijn er niet of nauwelijks meer. De ouders zijn zorgzaam en bewaken ze, maar ze voeren ze niet. Ze moeten dat zelf doen. Daar komt het steeds vroeger maaien bij, ver voordat de jonge vogels kunnen vliegen. Dat kost veel jonge grutto’s het leven. Eind februari arriveren de eerste grutto’s al uit de overwinteringsgebieden ten zuiden van de Sahara, met name Guinee-Bisseau en Senegal. Nog steeds is er hoop voor de grutto door het toenemend aantal weidevogelboeren. Boeren die een deel van hun land plas-dras maken, niet injecteren maar droge mest uitrijden, bloemrijke weiden laten ontstaan en laat maaien. Ongekend hoe snel weidevogels deze gebieden weten te vinden.
In de Kop zijn er vele voorbeelden getuige de toekenning van de ‘Weidevogelboer van het jaar’ door Vogelwacht IJsselham. Ook al zijn het soms postzegels in het landschap, maar vele postzegels maken uiteindelijk een groot stuk behang. Zo blijven we het uto-uto-uto, de roep waar de grutto zijn naam aan ontleent, nog decennia horen.