De haven van Vollenhove
De haven van Vollenhove Foto: Pixabay

Column Harry Stegeman: Naar Vollenhove

· leestijd 1 minuut Column

Van Harry Stegeman verscheen bij KNNV Uitgeverij ‘In de Kop van Overijssel - lopen, fietsen en stilstaan’. Voor zijn columns put hij daaruit

Ik steek bij de rotonde de provinciale weg over, die daar net op het punt staat de Noordoostpolder in te duiken. Vollenhove ligt aan mijn voeten.

Joost van den Vondel schreef over de zeventiende-eeuwse, in Vollenhove geboren dominee-dichter Joannes Vollenhove: ‘Daar is licht op die man. Jammer dat hij predikant is’. Joannes Vollenhove werd in 1886 nog ‘een van onze beste dichters’ genoemd. Hij schreef poëzie die niet terugschrikt voor galmen. Een voorbeeld?

                O Vollenhof, aertsch lustprieel
                O kandelaer van ’s hemels gaven
                Cieraet der buuren, pronckjuweel
                an ’t lant, dat d’Yssel is te laven.

Dat belooft wat.

Vollenhove heeft een historie om U tegen te zeggen. Je had er de tijd dat de bisschoppen van Utrecht vanuit hier de lakens uitdeelden, de tijd van de adel die de Stad Vollenhove maakte tot de ‘stad der paleizen’ en de bloeiperiode van de visserij op de Zuiderzee.

‘t Schuttegien

Aan Zee, zo heet de eerste de beste straat hier. Eens proefde je hier het zout op je huid, eens ging de zee hier tekeer. Maar ‘het water leit nou achter de dijk en aan de horizon leit Emmeloord’. Aan het eind van de straat, bij ’t Schuttegien, troffen de oude vissers elkaar. Ze keken uit over zee, verhaalden van vroeger en namen de toestand in Vollenhove en de wereld door.

De Zuiderzee maakte plaats voor de Noordoostpolder, het schuttinkje en de oude vissersbuurt erachter voor nieuwbouw. De wijze mannen van Vollenhove staan nu op de hoge kade boven het havenkantoor