Nieuwe aflevering natuurcolumn van Philip Friskorn: De roek is een nuttige herrieschopper
· leestijd 1 minuut ColumnDeze tweewekelijkse natuurcolumn wordt verzorgd door Philip Friskorn. Dit keer verschijnt de roek voor zijn camera.
In Nederland leven zes kraai-achtigen, de raaf, de roek, de zwarte kraai, de kauw, de gaai en de ekster. De roek is op één na de grootste, alleen de raaf wint het. Net als alle kraai-achtigen is de roek een zangvogel. De roek is de enige kraai-achtige die in dicht op elkaar gepakte kolonies in boomtoppen nestelt. Deze kolonies kunnen uit tientallen tot honderden nesten bestaan. In een kolonie wordt heftig onderling gecommuniceerd en tijdens het bouwen van nesten stelen ze takken van elkaar. Dat zorgt in de bebouwde kom voor overlast, heel veel herrie tijdens de nestbouw en tijdens de broedperiode. Bovendien zul je je auto moeten parkeren onder de bomen met een kolonie, daar kan geen wasstraat tegenop!
Emelten
Toch zijn deze herrieschoppers heel nuttig. De helft van het voedsel van de roek is plantaardig. Dierlijk voedsel bestaat uit regenwormen en insecten. Dat maakt ze nu juist zo nuttig, want zie je een groep roeken is het grasland dan zijn ze vaak op zoek naar emelten, de larven van langpootmuggen. Emelten vreten de wortels van gras aan en zo ontstaan kale plekken in een gazon of weiland. De roek maakt zich nuttig door in grote groepen de emelten uit graslanden op te eten.
Standvogel
In Nederland is de roek een uitgesproken standvogel, dat wil zeggen dat ze het hele jaar aanwezig zijn. Ze komen voor van west naar oost van Ierland tot in het uiterste oosten van Rusland, hoewel de laatste wel een ondersoort is. Van zuid naar noord tref je de roek aan van Noord-Spanje tot Zuid-Scandinavië. Onze westerse populatie is een standvogel, de Siberische populatie trekt in de winter naar het zuiden van Azië.
Vooral in de vlucht is de roek duidelijk van de zwarte kraai te onderscheiden aan de langere en diep ingesneden vleugelhand. Na het leggen van de eieren broed alleen het vrouwtje gedurende bijna drie weken. In die tijd wordt het vrouwtje door het mannetje gevoerd. Ruim een maand na het uitkomen van de eieren verlaten de jongen het nest en worden ze nog een paar weken door beide ouders verzorgd.
Voor de akkerbouwers is de roek eerder een nuttige vogel dan een schadelijke. Vroeger werd er om reden van vermeende landbouwschade al snel naar het geweer gegrepen en dat is jammer. Bovendien helpt het niet. Overlast door geluid en uitwerpselen in de stad kan hinderlijk zijn, het duurt echter maar een paar weken. Een kolonie verhuizen naar het buitengebied kan, maar is het werk van professionals.
