Afbeelding
Foto: Philip Friskorn

Nieuwe aflevering natuurcolumn van Philip Friskorn: Het sneeuwklokje

· leestijd 1 minuut Column

Deze tweewekelijkse natuurcolumn wordt verzorgd door Philip Friskorn. Dit keer verschijnt het sneeuwklokje voor zijn camera.

Al vroeg in februari steken de sneeuwklokjes hun kopjes boven de grond. Soms prikken ze zelfs door een vers gevallen laagje sneeuw heen. Het sneeuwklokje is een bolgewas uit de narcissenfamilie. De bloemen hebben ieder hun eigen bloemsteel. De bloemen hangen aan het eind van de bloemsteel naar beneden. Het sneeuwklokje komt oorspronkelijk voor in Zuidwest-Azië en Zuid-Europa en werd in Nederland zo’n 400 jaar geleden ingevoerd om met name Stinsentuinen van een vroege bloeier te voorzien. Omdat sneeuwklokjes gemakkelijk verwilderen, kom je ze nu ook in onze streken in de vrije natuur tegen.

Tweeslachtig

De bloemen van het sneeuwklokje zijn tweeslachtig, dat wil zeggen dat een enkele bloem zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen heeft. Er zijn veel gecultiveerde soorten gekweekt, maar de oorspronkelijke, de Galanthus nivalis, is de soort die we het best kennen. De bloemblaadjes zijn doorschijnend en de buitenste bloemblaadjes hebben een groene vlek aan de top. Bij gunstig weer dienen sneeuwklokjes als eerste bron voor honingbijen en hommels om het oranjekleurige stuifmeel te verplaatsen en zelfs wat nectar tot zich te nemen. In onze streken kan het sneeuwklokje zich uitsluitend voortplanten door het vermeerderen van de bolletjes. In het oorspronkelijke leefgebied kan vermeerdering plaatsvinden door zaden. Sneeuwklokjes doen het goed op halfschaduwplaatsen met wat kalkhoudende grond, leem of laagveen. 

Naardermeer

Natuurmonumenten werd in 1905 opgericht door Jac. P. Thijsse en Eli Heimans toen ze gelden inzamelden om het Naardermeer aan te kopen. Het Naardermeer was het eerste beschermde natuurgebied in Nederland. Wat heeft dat te maken met het sneeuwklokje? Wel, Heimans beschreef al in 1896 het sneeuwklokje als ‘een dankbaar onderwerp om te bedichten’. Hij beschreef het sneeuwklokje toen al in ‘De Levende Natuur’. Met een citaat van Heimans sluit ik deze column: ‘Geen mens groot of klein, die niet weet dat er sneeuwklokjes in de wereld zijn’.

Lees ook: column over de wilde kievitsbloem.

Abonneer gratis

op de digitale krant en ontvang
deze wekelijk in je mailbox.